Doe-het-zelf, dat is ruwweg het principe van de commons. Een wat ongrijpbaar begrip omdat het een ‘wereld’ naast of tussen markt en overheid is. In commons beheren burgers zelf hulpbronnen: voedsel, zorg, energie, water, data, cultuur, publieke ruimte, natuur, kennis, informatie …
Wij zijn vooral gewend aan de tweedeling: iets wordt beheerd door de overheid, of is in handen van private bedrijven. Commons zit daartussen, of daarnaast. Het commonsdenken gaat ervan uit dat burgers zelf iets te zeggen hebben over dat wat essentieel is voor een menswaardig leven. Commons zijn ten diepste democratisch en horen in een rechtvaardige stadseconomie (zie Stadseconomie van, voor en door Amsterdammers).
Commons (uit het Engels: meent, gemeengoed) bestaan uit een hulpbron plus een sociaal systeem. Dat systeem is een gemeenschap inclusief de regels, protocollen, waarden en normen die de gemeenschap heeft bedacht om de hulpbronnen te beheren. Hierbij zijn samenwerking en verantwoordelijkheid fundamenteel: geen commons zonder mensen die ‘t ‘doen’, zonder commoning.
Twee filmpjes leggen eenvoudig de basis van commons en het sociale systeem uit.
Wikipedia en voedselbos
Het principe van commons is al eeuwenoud. En ook al is het model toe te passen op alle hulpbronnen, commons zijn overal anders. Naast de commoners zijn de hulpbron zelf, locatie, geschiedenis, (lokale) culturele en sociale praktijk net zo bepalend. Wikipedia en opensourcesoftware worden als commons anders ingevuld dan een stadspark en een voedselbos. Een zorgnetwerk in de wijk doet ‘t als commons in Amsterdam anders dan in Accra, Parijs, Rio de Janeiro, Hanoi of Groningen. En ook al staan commons los van staat en markt, soms is er juist wel samenwerking met private bedrijven en de overheid.
Het Urban commons cookbook heeft ervaringen en ‘recepten’ verzameld. Ook de playlist van de European Commons Assembly toont de diversiteit.
Wat maakt een commons beter dan een privaat bedrijf om drinkwater, een marktplein of zelfs alle publieke ruimte te beheren?
Commons in maximale vorm
In een werkelijk democratische stadseconomie zijn commons wezenlijk. Nu kent Amsterdam al veel commonsinitiatieven: lokaal opgewekte energie, voedselcoöperaties, stadslandbouw, woon-werkcoöperaties, buurtcamping, broodfondsen, buurtcollectieven. Maar commons stretched to the max kan over de hele stad gaan. Niet als het zoveelste platform, maar als een fearless nieuwe blik op de stad als een levend sociaal organisme waarin bewoners, gebruikers, ondernemers en lokale overheid samen de stad vormgeven en beheren. Door allerlei vormen van zeggenschap en democratische participatie – en door uit te gaan van de vraag: wat geeft waarde aan de stad, wie scheppen waarde voor de stad, en hoe?
En of het nu om een burgercollectief of de hele stad: het is in ieder geval nodig dat een lokale overheid commons als eigen domein met een juridische identiteit erkent, naast het private en publieke domein.
In The City as a Commons legt commonsactivist David Bollier hoe stedelingen hun stad kunnen vormgeven. Deze podcast gaat in op de sociale verandering door commons. En lees ook Wie beslist over de stad? en hoe waarde in de stad kan blijven.
Klantenservice
Wat maakt een commons beter dan een privaat bedrijf om drinkwater, een marktplein of zelfs alle publieke ruimte te beheren? Commons zijn gestoeld op een wederkerig mensbeeld en niet op de neoliberale aanname van het berekenende individu. En dat maakt het beheer duurzaam: vanuit het besef dat de hulpbron waarde heeft voor je medeburgers, woon je die hulpbron niet uit. Bovendien is commoning ten diepste democratisch waardoor bewoners veel meer deel van een geheel worden.
Voor private bedrijven is water of ruimte juist handelswaar. Hun eerste belang is om er winst mee te maken, niet om goed voor die hulpbron te zorgen – en gebruikers kunnen alleen de klantenservice bellen. Vanuit de aanname dat de markt beter, goedkoper en efficiënter is, hebben overheden op grote schaal basisbehoeften in handen van private bedrijven gegeven (zie Het probleem van het systeem en het intelligente alternatief).
Verder lezen, luisteren of kijken
- Nobelprijswinnaar Elinor Ostrom (de prijs was voor haar commonsonderzoek) somt 8 principes op.
- The Commons, Short and Sweet is van commonsactivist David Bollier. Hij is ook te gast in deze talkshow. Voor een flinke verzameling boektitels en projecten kun je op zijn eigen website terecht.
- In Commons Transition vind je essays, verhalen, nieuws, een wiki en video’s.
- Op Wikipedia is een feministische blik op commons te vinden.
- In Mapping the Commons doen sociale wetenschappers, activisten, kunstenaars uit de hele wereld onderzoek naar stedelijke commons.
- In deze virtuele tentoonstelling vind je onderzoek naar urban commons.
- De gemeente Gent heeft een uitgewerkt commons transitieplan. Of bekijk het interview met de architect van dat plan.
- Den Haag, Antwerpen en Amsterdam hebben actieve grassroots commonslabs.
- Het Commons Network is een denktank en netwerk voor commonsbeleid en -debat op lokaal, nationaal en Europees niveau. En dit is hun onderzoek naar gedeelde ruimte.
- De Meent is het Nederlandse platform voor de commons, met een kaart van vooral Amsterdamse initiatieven.
- Ten slotte een poëtisch filmpje over de invloed van een Napolitaanse cultuurcommons op de lokale gemeenschap.
En dan nog dit …
Wie nog dieper wil duiken in het systeem van commons, de stad, de publieke ruimte en stedelingen, kan terecht bij Stavros Stavrides, activist en professor aan de Nationale Technische Universiteit van Athene. Twee uitgebreide lezingen: Reclaiming and reinventing the city through urban commoning en Common spaces as potential for emancipation. En zijn boek Common Space: The City as Commons.