
Burgers en overheid werken samen in publieke voorzieningen.
Dit zijn de opbrengsten van tientallen gesprekken, discussies en uitwisseling van Cities for Change. Door uiteenlopende deelnemers en organisaties uit Amsterdam en andere steden in Europa.
Transitie
Een rechtvaardige welzijnseconomie bestaat ook uit democratische verhoudingen en duurzame verbindingen tussen burgers en gemeente. Met een veel grotere zeggenschap en eigenaarschap voor (georganiseerde) bewoners. Dit vraagt van Amsterdammers om burger te zijn in plaats van consument. En van bestuur, ambtenaren en politici om macht werkelijk te delen met burgers, voorbij participatie, inspraak en co-creatie.
Zorg, energie, publieke ruimte, huisvesting, openbaar vervoer en infrastructuur en andere diensten voor ons basisbestaan: waar overheden nu vooral samenwerken met grote private bedrijven in publiek-private partnerschappen (PPS), komen publiek-civiele samenwerkingen, PCS, van de grond. Daarbij kan de C ook staan voor collectief, coöperatief, commons, citizens of community. Bekijk hieronder de samenvatting uit Cities for Change over de samenwerking tussen burgers en overheid.

‘In het inkoopbeleid kun je best voorrang geven aan bewonersbewegingen of coöperatieve initiatieven.’Jasper Klapwijk, adviseur bewonersinitiatieven
‘In het inkoopbeleid kun je best voorrang geven aan bewonersbewegingen of coöperatieve initiatieven.’Jasper Klapwijk, adviseur bewonersinitiatieven

‘Als we naar een democratische economie toe willen, moeten we zeggenschap hebben over hoe onze publieke diensten worden aangeboden. En wat er gebeurt met de winst.’Luca Hopman, onderzoeker publiek-civiele samenwerking
Aanbevelingen
- Internationale voorbeelden maken duidelijk dat PCS vooral een keuze is in politiek en beleid.
- In publiek-civiele samenwerking zijn lokale overheden en (georganiseerde) burgers beiden deelnemers. PCS is geen oude wijn in nieuwe zakken met burgers die de lokale overheid helpen, of een cosmetische ingreep om de leegtes opvullen van een terugtredende overheid.
- De gemeente is groeimiddel. Amsterdam heeft een rijkdom aan ingangen om publiek-private samenwerkingen om te zetten in publiek-civiele samenwerkingen. Zo voert de stad bewind over een aantal belangrijke voorzieningen zoals openbaar vervoer, heeft een aandeel in een aantal andere voorzieningen zoals warmtenet, en besteedt andere diensten zoals afvalbeheer volledig uit. Het vraagt in een actieve rol van de gemeente: om privatisering terug te draaien, zelf publieke ondernemingen te ontwikkelen of te versterken, en de rol van (georganiseerde burgers) actief groter te maken.
- Overheidsbedrijven en -diensten geven jaarlijks miljarden euro’s uit aan lokale, regionale, nationale en internationale leveranciers. Een overzicht van publiek eigendom, deelnemingen, inkoop en aanbestedingen van de stad is nodig om te zien waar publiek-civiele samenwerkingen kunnen groeien. creatieve overheidsopdrachten of aanbesteding voor publieke dienstverlening
- Er zijn allerlei vormen en strategieën van PCS, er is niet één model of blauwdruk. Zo bestaat er publiek-collectief eigenaarschap, gedeeld beheer of bestuur, innovatieve financiering, creatieve overheidsopdrachten of aanbesteding. Dit vraagt creativiteit van alle partijen.
- Er is regelgeving nodig om samenwerkingen met coöperaties en georganiseerde burgers van de grond te krijgen. Net zoals dat nu voor publiek-private samenwerkingen het geval is.
‘Als we naar een democratische economie toe willen, moeten we zeggenschap hebben over hoe onze publieke diensten worden aangeboden. En wat er gebeurt met de winst.’ Luca Hopman, onderzoeker publiek-civiele samenwerking
Op welk probleem zijn die aanbevelingen het antwoord?
Nu kunnen burgers wel meepraten maar niet meebeslissen over de stadseconomie en publieke voorzieningen. Samenwerkingen tussen publieke diensten en (georganiseerde) burgers versterkt de zeggenschap van bewoners: het vraagt van Amsterdammers om burger te zijn in plaats van consument. En bestuur, ambtenaren en politici delen macht met burgers, voorbij participatie, inspraak en co-creatie.
Daarnaast is PCS is een antwoord op de financiële extractie die publiek-private partnerschappen (PPP) of private financieringsinstrumenten (PFI) met zich meebrengen. Sinds de privatiseringsgolf in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn wonen, energie, onderwijs, huisvesting, zorg, afvalverwerking en andere essentiële voorzieningen in handen van private bedrijven gegeven. Winst is hun voornaamste drijfveer, en niet het welzijn van Amsterdammers of een duurzame stad. Zo gaan de winsten die bijvoorbeeld Vattenfall maakt in de stad naar aandeelhouders en bankrekeningen buiten de stad. PCS draait dit om en gaat verder: stedelingen en stadsbestuur werken samen in essentiële voorzieningen, en scheppen waarde en welzijn in en voor de stad – zogeheten meervoudige waardecreatie. En in plaats van aandeelhouders profiteren Amsterdammers van de opbrengsten van de economie.
Ook is PCS een van de middelen om complexe problemen aan te pakken. Klimaatcrisis en sociale en financiële ongelijkheid tekenen de stad, zijn zulke complexe problemen. Eén technische fiks is er dan ook niet. Wanneer burgers mede-eigenaar of medebeslisser zijn, zullen keuzes meer met het oog op het welzijn van de stad en haar bewoners gemaakt worden.
Wat gebeurt er al in Amsterdam of andere steden?
Amsterdam kent wel veel coöperaties in energie, zorg en wonen, maar nauwelijks nog publiek-civiele samenwerkingen. In andere landen zijn er genoeg voorbeelden te vinden. Zo is Wolfhagen in Duitsland al behoorlijk ver met publiek-civiele samenwerking. In 2005 nam de stad (14.000 inwoners) het energienetwerk in publieke handen door het nieuwe gemeentelijke energiebedrijf, Stadtwerke Wolfhagen. Dat bedrijf ondersteunde de oprichting van burgercoöperatie BEG Wolfhagen die weer 25 procent van het kapitaal van Stadtwerke bezit. Daarnaast hebben vertegenwoordigers van de coöperatie twee van de negen zetels in de raad van commissarissen. Lokale burgers zijn dus mede-eigenaar, medeverdiener en medebeslisser. Ook besloot de stad samen met BEG Wolfhagen een zonne-energiepark en een windmolenpark te ontwikkelen.
Ook het Engelse Plymouth heeft een publieke onderneming waarin bewoners aandeelhouders en medebeslissers zijn. De stad erkende een geëngageerd burgerinitiatief als gelijkwaardige partner en hielp bij de oprichting van wat nu bekend staat als de Plymouth Energy Community (PEC). De steun nam verschillende vormen aan, waaronder deskundig personeel, een startlening en een subsidie. PEC richtte in 2014 de zusterorganisatie PEC Renewables op. Met een innovatieve financiering: deels met leningen van het stadsbestuur, deels met gemeenschapsaandelen die bewoners kunnen kopen voor 50 tot 100.000 pond. PEC Renewables heeft als doel een infrastructuur voor hernieuwbare energie te ontwikkelen die eigendom is van de gemeenschap.
De Bretonse stad Rennes lanceerde in 2015 het programma Terre de Sources (Land van Bronnen). Dat ondersteunt 2.000 boerderijen op meer dan 1.500 vierkante kilometer in waterwingebieden – een gebied zo groot als Parijs – om over te schakelen op ecologische landbouw. Met direct effect: minder vervuiling door pesticiden, meststoffen en antibiotica en minder kosten en minder chemicaliën voor waterzuivering. Ook koopt de lokale overheid de ecologisch verbouwde producten op grote schaal aan voor schoolmaaltijden, en stimuleert daarmee boeren hun landbouwmethoden te veranderen. Een groot deel van wat in de schoolkantines wordt geserveerd – zo’n 11.000 maaltijden per dag – is van plaatselijke oogst.
In de Italiaanse regio Lazio heeft een regionale wet in 1998 een nieuw soort coöperatie gestimuleerd die bekend staat als ‘zelfherstellende coöperaties’ (cooperative di autorecupero). Door deze wet kunnen overheidsorganen – zoals provinciale en stedelijke besturen, publieke woningcorporaties, goede doelen en andere overheidsinstanties – leegstaande of verlaten gebouwen (laten) renoveren tot eengezins- en meergezinswoningen. Hierbij moet het deel van het werk worden uitgevoerd door een coöperatie van kandidaat-huurders.
Verder lezen, luisteren of kijken
- Transnational Institute (TNI) onderzocht 80 samenwerkingen tussen overheid en gemeenschap, ‘shortlistte’ er 43 en werkte 10 voorbeelden uitgebreid uit. Lees het hele rapport Democratic and collective ownership of public goods and services. Exploring public-community collaborations.
- Dit is een voortzetting van de Toekomst is Publiek uit 2020, dat 1.400 voorbeelden uit meer 2.400 steden in 58 landen over de hele wereld van zogeheten (re)municipalisering onderzocht: diensten die weer in publieke handen komen en nieuwe diensten die in publiek beheer ontwikkeld worden.
- Bekijk de Cities for Change-sessie Naar een democratische welzijnseconomie. En die over Ownership and Control of our Local Economies